Man: "Eindelijk van die rotpluisjes af"
Vrouw: "Ja...".
Zo loop ik langs twee fietsers. Het zijn van die typische "wij gaan heel hard"-fietsers. Strakke pakken, glimmende zonnebrillen, bidon-galore (want je moet immers alle vrije ruimte gebruiken voor bidons). Eenmaal de hoek om zie ik wat ze bedoelen. De bomen die hun bloesem afscheiden geven de straat een idylisch beeld van dorpse vrede. Hier zijn bomen die groeien en bloeien, ongestoord in de betonnen jungle waarin wij leven. De natuur doet wat de natuur al eeuwen doet, wij lopen er tussendoor en belemmeren het niet. Wat sommigen als een verrijking van hun omgeving zien, bloesem in de lucht, zien anderen als een vervelende toevoeging.
Of heeft de man op de fiets hooikoorts? Toch grappig dat wij als dieren die altijd in de natuur leefden tegenwoordig snotterende neuzen krijgen van diezelfde natuur. Hoe ver staan wij al niet af van onze eigen natuur. Hoe lang nog voordat steden hermetisch afgesloten moeten worden van de natuur omdat wij nergens meer tegen kunnen.
Straks krijg nog wat aarde op je lichaam, och heden, daar krijg je vast uitslag van. Nou, laten we alle aarde dan maar bedelven onder beton, asfalt en kunststof.
Zou het werkelijk zo ver komen? Wetenschappers zeggen wel eens dat hooikoorts voortkomt uit het gebrek aan blootstelling aan de natuur. Je moet gewoon veel van die stofjes binnenkrijgen als je jong bent, dan weet je lichaam dat het heel normaal is. Gebeurd dat niet, was je gewoon een slachtoffer van een voorzichtige moeder die je niet in de modder liet spelen omdat je dan vies zou worden, dan ben je het slachtoffer van de moderne wereld. Je lichaam snapt er niets van en laat je snotteren, bloeddoorlopen ogen zullen je wreed lot zijn tijdens tenminste een seizoen per jaar.
Andere geven de schuld aan onze genetische kenmerken. Ergens gaat er iets mis en dan kan je niet zo goed meer tegen pollen. Wat jammer toch. Vroeger zou iemand die snotterend in een hoekje zat in de lente sterven van de honger of tegen een boom aan rennen in een poging te vluchten van een woeste beer. Maar ja, om nu alle mensen met hooikoorts voor woeste beren te gooien...
Wat is onze natuur in de 21e eeuw? Zijn de lantarenpalen van tegenwoordig de bomen van vroeger? De bankjes die overal verrijzen de stenen waar wij vroeger op rusten? Ik heb geen antwoord. Welke natuur in mij is weet ik niet. Opgegroeid met elektronica en in de modder spelen voel ik mij soms een kind van twee werelden. Zou ik mij eens terug moeten trekken in de natuur om beter tot mijzelf te komen of brengt dit mij verder van wat ik werkelijk ben? Het is een vraag waar ik geen antwoord op heb. Ergens lonken de bergen, de bossen, de wateren. Ergens lonkt elektronica, computerspellen en wat al dan niet wat ontwikkelt wordt en mijn oog tot zich trekt.
Tot die tijd verblijf ik een kind van twee werelden. Soms eens de natuur in, soms eens mijn voorraden verbruiken aan de ontwikkeling van de eeuw waarin ik leef. De natuur is gratis zeggen ze wel eens, maar een ticket naar Thailand begint bij 700 euro. De wereld is altijd open, je kan altijd een reis beginnen. Natuurlijk, als je uberhaupt vrij kan krijgen van je werk.
zondag 7 juni 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten